SINT-PIETERS-LEEUW / VLAANDEREN: – op 14 november 2010 overstroomden de dijken van het kanaal Brussel-Charleroi in Sint-Pieters-Leeuw en Halle.
Marino Keulen stelde hierover op 6 januari 2011 een schriftelijke vraag (vraag nr.493) bestaande uit vier delen aan Vlaams minister Hilde Crevits bevoegd voor mobiliteit en openbare werken.
Deze week kreeg Keulen het antwoord van de minister.
We publiceren hieronder het volledige antwoord.
1. Hoe kwam het of waar liep het fout zodat het kanaal Brussel-Charleroi kon overstromen?
De overstromingen langs het Kanaal naar Charleroi waren te wijten aan de extreem hoge debieten komende van de Zenne die via het overstort van de Zenne in het kanaal te Lembeek, moesten worden afgevoerd. Er werd vastgesteld dat het waterpeil op het kanaal naar Charleroi bleef stijgen omdat er teveel water werd aangevoerd.
Deze aanvoer gebeurt zowel via het kanaal op het Waals Gewest, als via het overstort van de Zenne aan de sluis van Lembeek.
Om het centrum van Halle van wateroverlast te vrijwaren, worden de wasdebieten van de Zenne via een stuw in Lembeek naar het kanaal geloosd. De scheiding tussen de Zenne en het kanaal in Lembeek bestaat uit een betonnen overstortmuur met een lengte van circa 180 meter. Indien het waterpeil in de Zenne hoger is dan de bovenkant van deze muur, wordt er water van de Zenne in het kanaal gestort. In de bewuste periode had op een gegeven ogenblik de overstortlaag een dikte van ca. 1 meter bereikt, wat uiteraard een enorm debiet is dat samen met het afvoerdebiet van het kanaal vanuit Wallonië, in het kanaal op Vlaams grondgebied terecht kwam. Deze massa water kon niet meer worden afgevoerd en deed het kanaal in de etterlijke zin overlopen. De overgestorte debieten van de Zenne waren te hoog voor de infrastructuur op het kanaal naar Charleroi opwaarts Brussel (schuiven langs sluizen van Lembeek, Halle, Lot en Ruisbroek).
Op Waals grondgebied wordt het kanaal in Charleroi gevoed door de Samber en in Seneffe door het Canal du Centre. Bijkomend monden de volgende waterlopen rechtsreeks in het kanaal:
– de Samme afwaarts het hellend vlak van Ronquières
– de Hain in Clabecq
Het afvoeren van het water van al deze waterlopen naar de lager gelegen kanaalpanden gebeurt via de afvoerriolen die naast de sluizen van het kanaal zijn gelegen. Deze infrastructuur van elk van de sluizen is op elkaar afgestemd. De doorvoer van water als dusdanig levert dan ook geen problemen op voor de waterpeilen. De toevoer in de panden vanuit natuurlijke waterlopen kan daarentegen wel problemen opleveren. Zolang er capaciteit is, kunnen deze bijkomende hoeveelheden worden afgevoerd. Wanneer de capaciteit wordt overschreden, zoals door de enorme hoeveelheden in november vanuit de Zenne, loopt het kanaal over.
2. Is alles verlopen volgens de voorschriften en gemaakte afspraken of liep er ergens iets fout en zo ja, wat dan juist?
De nv Waterwegen & Zeekanaal (W&Z) meldt mij dat alles is verlopen volgens de voorschriften en de gemaakte afspraken en dat de samenwerking tussen de drie gewesten goed verlopen is.
3. Welke maatregelen heeft de minister genomen of gaat de minister nemen om dergelijke problemen in de toekomst te vermijden?
Ik heb opdracht gegeven aan W&Z om binnen het CIW, na een eerste evaluatie, een actieplan met maatregelen om dergelijke problemen in de toekomst te vermijden uit te werken.
4. Indien overstroming onvermijdbaar was, heeft men een opportuniteitsafweging gedaan waar een overstroming de minste schade zou veroorzaken? Zo ja, wat was die dan en werd ze ook zo uitgevoerd?
W&Z meldt mij dat alle acties van Waterwegen en Zeekanaal erop gericht waren om het water zo veel als mogelijk af te voeren door het maximaal openzetten van de afvoerriolen ter hoogte van de sluizen. Het concept van de infrastructuur van het kanaal naar Charleroi enerzijds en het ongezien
grote debiet anderzijds maakte en maakt het inherent onmogelijk om op gecontroleerde wijze deze of gene locatie langs het kanaal in functie van schadebeperking te laten overstromen.
Om Halle te beschermen werd overgegaan tot overstorten van enorme hoeveelheden water van de Zenne in het kanaal te Lembeek en tot maximale inzet van de afvoercapaciteit die het kanaal vertegenwoordigt, ter maximale vrijwaring van de streek.