SINT-PIETERS-LEEUW: – 75 Jaar geleden werd België bevrijd en eindigde in Sint-Pieters-Leeuw de Tweede Wereldoorlog op 3 september 1944.
Om dit te herdenken brengt de onafhankelijke nieuwssite www.sint-pieters-leeuw.eu tijdens de zomervakantie een reeks over WOII.
Vandaag deel 5: Op de vlucht tot in Normandië.
Noël Rogghe (18/12/1924) die al 25 jaar vrijwilliger is in het Lokaal Dienstencentrum Negenhof vluchtte tijdens de Tweede Wereldoorlog tot in Normandië.
Ik ben beginnen werken toen ik 14 jaar was. Maar met de oorlog zat ik zonder werk en deed ik af en toe klussen bij de ene en de andere.
In 1942 was ik als 18 jarige nog steeds zonder werk en dat wisten ze bij het Arbeidsambt. Ik moest daar naartoe en ze zeiden: je kan kiezen naar de Belgische kust gaan werken of naar Duitsland. Ik zei ik ga naar de Belgische kust. Maar ze reden ons met de trein naar Duinkerke. Dat was voor een Duitse bouwmaatschappij om al die bunkers daar te bouwen langs de kust, De Atlantikwall.
Voor we vertrokken met de trein moest iedereen zijn ‘pas’ afgeven, zogezegd als formaliteit. Na drie dagen kregen we dat gelukkig terug en ging de helft van dat konvooi terug naar huis. Ik ook want de omstandigheden van da werken dat was,…
Ik heb dan in België een tijdje kunnen werken als pompier op een vliegveld maar dat bleef niet duren. Dan gingen ze me als pompier naar een vliegveld in Reims sturen maar dat zag ik niet zitten.
Gelukkig heb ik dan van iemand een adres gekregen van een boer in Normandië. Ik had al gehoord dat daar veel Vlaamse jongens zaten zoals in mijn geval. Ik ben dan in maart 43 naar Normandië vertrokken. Daar had ik het goed. Ik moest er de koeien verzorgen. Het was een klein boerke en ik was zijn enige gast. Het voordeel ginder was dat je er niet gekend was en er geen controles waren. Als er al gendarmen op tocht waren dan was dat om boter enzo te komen halen bij de boeren.
Op een Avond waren we de koeien aan het melken in het veld toen Amerikaanse vliegtuigen een kolonne Duitse voertuigen op de baan kwamen mitrailleren. We zijn gaan schuilen in een vervallen huis. Want ook enkele Duitse jachtvliegtuigen kwamen zich moeien in het gevecht. Dat is een serieus gevecht geweest waarbij ik vliegers brandend heb zien neerstorten. Parachutisten die door mitrailleurs van andere vliegtuigen gedood werden of hun parachute kapot geschoten werd,…
Na één jaar ben ik veranderd van boerderij. Ik ben bij een grotere boer gaan werken die tevens burgemeester was van het dorp. Daar moest ik met de paarden op het veld werken.
In 44 moest die burgemeester in opdracht van de Duitsers één van zijn velden maaien zodat het er zou uitzien als een (vals) vliegveld. Iedere voormiddag moesten wij naar die plek gaan om te maaien of puttekes te vullen,… Maar ook elke middag kwamen de Duitsers ons betalen voor dat werk. 20km van waar we zaten was er wel een echt groot militair vliegveld van Evreux, het onze diende dus om een vals beeld te geven.
Een week voor de landing kreeg de burgemeester orders van de Duitsers om aan de grote baan, de Route Nationale van Parijs naar de kust, putten te maken om de 50 meter van een meter diep en zo breed,… En ik was langs die baan aan ons dorp nog bezig aan de laatste put, dat was op een dinsdag, daarmee dat ik dat zo goed onthoud, was er ineens heel veel Duitse traffic richting Parijs ging. Ik vond dat raar maar wist niet wat er was maar de boer had op de hooizolder een radio die verstopt zat tussen het hooi en als ik dan ’s middags ging eten naar de boerderij zeiden ze mij dat ze geland waren.
Ze zijn geland de 6de juni en dat heeft geduurd tot 22 augustus voor dat ze bij ons waren. De boerderij was een goeie 120km van de kust verwijderd en een 150km van Parijs. De bevrijding was nog echt een gevecht, we moesten toen echt schuilen. De Duitsers hebben die dag ook echt de putten langs de weg gebruikt als er vliegers over kwamen.
Toen ik in de namiddag mijn kop eens omhoog stak vanuit onze schuilplaats zag ik dan de Amerikanen in het veld. Ze richtten direct op ons maar hebben niet geschoten. Toen ze bij ons waren was het eerste wat ze vroegen of er mijnen lagen op de wegen. Want ze hadden tanks mee.
De dag nadien moesten we van de burgemeester de dode Duitse soldaten begraven op bevel van de Amerikanen, alles moest direct opgekuist worden. We hebben 22 Duitsers begraven. De Amerikanen namen hun eigen doden mee.
Na de bevrijding kwamen er seizoensarbeiders uit België om de bieten en aardappelen uit te doen en die zeiden: in België is er geen werk. Ik was daar goed in Normandië dus ik ben nog gebleven maar dan half december was ik het moe om alle dagen op het veld te werken in de regen en dan hebben we met verschillende Belgen uit de regio overeengekomen om naar huis te gaan.
Herlees ook de andere artikels in de reeks – 75 jaar bevrijding Sint-Pieters-Leeuw:
Deel 1: Moeder Stanislas – Zuster Overste van Sint-Antonius
Deel 2: Het gewone dagelijkse leven
Deel 3: Vlezenbeek in de Tweede Wereldoorlog
Deel 4: Propaganda via vluchtschriften – strooibiljetten
Deel 5: Op de vlucht tot in Normandië
Deel 6: Mei 1940 bominslag thv Mekingenweg
Deel 7: Opeising Leeuwse kerkklokken
Deel 8: V1 bom vernield pachthof van Bruintje in Rukkelingen
Heeft u zelf nog foto’s of verhalen over de Tweede Wereldoorlog in Sint-Pieters-Leeuw?
Mail dan naar info.vereniging@gmail.com .