75-jaar-bevrijding_Sint-Pieters-Leeuw_WOIISINT-PIETERS-LEEUW: – 75 Jaar geleden werd België bevrijd en eindigde in Sint-Pieters-Leeuw de Tweede Wereldoorlog op 3 september 1944.
Om dit te herdenken brengt de onafhankelijke nieuwssite www.sint-pieters-leeuw.eu tijdens de zomervakantie een reeks over Sint-Pieters-Leeuw tijdens WOII.
Vandaag deel 2: Het gewone dagelijkse leven.
.

WOII-rantsoeneering-van-de-eetwaren-2Ook gedurende de oorlog ging het gewone leven verder. Eén van de grootste uitdagingen was te zorgen voor het dagelijkse eten. Dat dit tijdens een oorlog niet altijd van een leien dakje liep spreekt vanzelf. Sommige voedingsmiddelen werden schaars en al snel volgde de rantsoenering. Afhankelijk van leeftijd, gezondheidstoestand, beroep en inkomen had iedere Belg recht op een bepaalde hoeveelheid producten. Winkelen gebeurde op vertoon van een rantsoeneringskaart en de afgifte van zegels.

2019-07-08-Yvonne-De-TreYvonne De Tré (94) : “ Ik was 15 jaar toen de oorlog begon. Onze familie woonde toen in de carré van wittouck. Op een bepaald moment zeiden de Engelse soldaten dat we moesten gaan vluchten, maar we zijn maar tot in Anderlecht geraakt en daarna teruggekeerd.

Ik heb tijdens de oorlog veel honger gehad. Bij het begin van de oorlog was ik een wel gemaakt meisje maar tegen mijn 18 jaar had ik maar de helft van mijn gewicht meer.
Wij moesten brood eten,… dat kan je niet beschrijven,… je kon het niet snijden met je mes je moest het afbreken, en slecht! Ik heb nog geweten dat ik met mijn nonkel met de fiets naar Liedekerke ging om een brood te halen en dat was ook slecht. We hadden thuis ook geen boter voor op de boterham.
Als ik ging werken in Brussel had ik één boterhammetje met een eitje. Ik hield het niet altijd vol om een hele dag te strijken. Ik was echt verslapt door de oorlog. We waren in Brussel op die werkplaats met drie hulpen en ’s middags zat naast mij een meisje uit Linkebeek, mensenlief die had zo’n mooie boterhammen en zelf met kaas tussen en ik had ocharme niets. Dat was vreselijk. Haar moeder maakte zelf brood, dat heeft mijn moeder nooit gedaan.
Op het einde van de oorlog kregen we altijd haring. Ja, dat hebben we lang gegeten.
(nvdr. De populaire vis stond tijdens de oorlog heel vaak op het menu. Vooral toen de haringvangst elke winter de voorgaande overtrof. Vooral de winter van 1943 staat in de geheugens van vele mensen gegrift.)

Ik werkte vanaf mijn 14 jaar in de garen fabriek, dat deed ik graag. Ik was er als jong meisje graag gezien. Ik moest er met een grote kar rijden om de bobijnen in te doen. Maar tijdens de oorlog is de fabriek stilgelegd. Dan ben ik begonnen met te gaan naaien in Brussel. Ik nam daarom de tram dat was gemakkelijk ik moest thuis gewoon de straat oversteken aan de carré in Wittouck om hem te nemen.
Net voor de bevrijding heb ik de Duitsers zien vertrekken. Je zou er nog compassie mee gehad hebben. Met hele bendes trokken ze over de Steenweg naar Bergen, God weet van waar ze overal kwamen. Die jongens werden ook verplicht om aan de oorlog deel te nemen hé. “


2019-07-09-Marie-MoriauMarie Moriau (91): “Ik heb op de Brusselbaan gewoond. Mijn ouders hadden het café in de jonge Kat. Ik was 12 jaar toen de oorlog begon.
Met de mobilisatie zijn we op de vlucht geweest. Alle mannen voorop met de fiets. Wij hadden de spullen die we wilden meenemen geladen op de oogstkar met paarden van de steenbakkerij Vanmalder op de Brusselbaan. We zijn niet ver geweest, we hebben twee toeren gemaakt en zijn dan teruggekeerd. Er waren er die zeiden ga niet naar huis want alles ligt daar plat, maar daar was niets van maar er was in de tussentijd wel van alles gestolen maar door wie, dat zullen we nooit weten.

V1 Flying Bomb, Muckleburgh Collection, Norfolk, 06 06 2010
Bron:  foto V1 – Wikimedia
Wij persoonlijk hadden niet zoveel te klagen van de oorlog. Wat verder van bij ons zijn er wel eens twee V1 bommen gevallen. Eén op de weg van de Brusselbaan naar de dikke Linde waar er veel schade aan de huizen was en verminkte mensen. De andere V1 viel aan de Slesbroekstraat richting De Grove.

Ons café is altijd open gebleven. Voor de oorlog kwamen de Engelsen tijdens de oorlog de Duitsers, ja dat is commerce hé ge doet open voor iedereen. We moesten van de Duitsers niet weten maar je kon er toen publiekelijk niet tegen zijn. We hadden alle dranken maar schonken vooral geuze en lambic. Er stond een rij met dikke tonnen in onze kelder. Mijn ouders kochten dat bij Polle Moriau en Timmermans als bier op het vat dat nog moest werken.
Mijn vader werkte ook bij de bloemmolen Moulart aan de vaart. Dat waren twee broers de ene deed in kolen en de andere de bloem. Mijn vader trok voor hen rond met twee paarden en kar om de toer te doen en ook om voor hen in het zwart te leveren. Hij kreeg daar dan ook wekelijks wat extra bloem en kolen voor.
Wij hadden dus niet te klagen maar ik heb vele andere kinderen gezien.
Wat ik me ook herinner was dat het brood dat de mensen moesten kopen aan het mes bleef hangen. Je geraakte er bijna niet door, dat plakte aan je mes. Wij hadden dat niet voor omdat we goede bloem hadden. En met zemelen maakte mijn moeder zelf peperkoek in onze grote stenen oven.
( nvdr. Bij het maken van het brood werd tijdens de oorlog vaak naast een groot gedeelte rogge een hele reeks surrogaten zoals aardappelmeel, suikerbieten, gedroogde groenten, gerst, spelt en fijn gemalen stro bij de tarwe verwerkt, op sommige momenten is er zelfs een vochtigheidsgraad van 40% toegelaten (meer water = meer gewicht).
Brood is niet meer dan een harde korst met binnenin een grijze kleverige en papperige massa. Het brood mag niet vers verkocht worden, het moet minstens 24 uur oud zijn want anders was het niet te snijden.)

Hier op Zuun kregen ze ook vaak haring. De haring die in Zuun niet verkocht was, dus de overschot, kocht mijn vader op en de mensen van Vlezenbeek kwamen dat dan in het café halen want in Vlezenbeek kregen ze geen haring omdat er niet genoeg inwoners waren.

Mijn vader heeft hard gewerkt tijdens de oorlog zo ging hij na zijn uren ook mee bij de boeren de varkens dood doen en ’s anderdaags het vlees gaan bewerken. En zo kreeg hij ook een deel van de pensen, het vet voor smout,… Dus ik heb geen honger gehad.

Mijn vader luisterde ook graag naar de Engelse radio. Ik moest dan steeds op de uitkijk staan van mijn vader dat de Duitsers die in het café zaten niets door hadden. Op een dag waren de kinderen uit de buurt aan het spelen buiten en door den duur was ik beginnen meespelen in plaats van op te letten. Mijn vader hoorde plots iemand de trap op gaan. Dat was een Duitser uit het café die zeker de radio gehoord moet hebben maar hij heeft er niets van gezegd. We hebben dus veel geluk gehad. Ik heb nadien een serieuze straf gekregen omdat ik niet oplette en mijn vader heeft lang niet meer naar zijn radio durven luisteren.

Als de oorlog in 1944 voorbij was is dit in het café goed gevierd. De gemeente organiseerde toen ook een voorstelling voor het café. ”


2019-07-08-Felicie-BulkaertFelicie Bulckaert (99 jaar): “De 10de mei stonden we om 6 uur buiten om naar de markt te gaan. En er kwamen vliegers overgevlogen. Mijn vader zei meteen oei het is oorlog en hij is beginnen wenen. Hij zei toen jullie weten niet wat dat is maar ik heb het al meegemaakt. We zijn dan naar de markt gegaan en in de namiddag teruggekomen. Toen waren de Fransen hier al, dus de eerste dag van de oorlog.

Om eten te vinden ging dat nog omdat we op ‘den buiten’ woonden. Mijn vader kwam ook uit de Vlaanders en wij mochten met de trein bij zijn familie gaan om bloem en boter te gaan halen.
Bij ons thuis was het een beenhouwerij en de mensen kwamen langs met hun rantsoen zegels die wij dan moesten opplakken en daarmee dan naar de gemeente gaan en daar ontvingen we dan een bon om naar de Abattoir (slachthuis) te gaan.
Mijn vader had veel schrik, dus aan smokkel durfde hij niet meedoen omdat hij teveel schrik had dat de Duitsers hem zouden meenemen. “

Met dank aan Yvonne, Marie, Felicie en LDC Negenhof voor hun medewerking.
Herlees ook de andere artikels in de reeks – 75 jaar bevrijding Sint-Pieters-Leeuw:
Deel 1: Moeder Stanislas – Zuster Overste van Sint-Antonius
Deel 2: Het gewone dagelijkse leven
Deel 3: Vlezenbeek in de Tweede Wereldoorlog
Deel 4: Propaganda via vluchtschriften – strooibiljetten
Deel 5: Op de vlucht tot in Normandië
Deel 6: Mei 1940 bominslag thv Mekingenweg
Deel 7: Opeising Leeuwse kerkklokken
Deel 8: V1 bom vernield pachthof van Bruintje in Rukkelingen


Heeft u zelf nog foto’s of verhalen over de Tweede Wereldoorlog in Sint-Pieters-Leeuw?
Mail dan naar info.vereniging@gmail.com  .

Ontdek meer van Sint-Pieters-Leeuw nieuwssite

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder