Vlaams minister van mobiliteit investeert € 30.867,60 in Leeuwse fietspaden

2014-11-26-commissie_Ben-Weyts_01VLAANDEREN / VLAAMS-BRABANT / SINT-PIETERS-LEEUW: – Vlaams Minister van Mobiliteit Ben Weyts maakt 312.601 euro vrij voor de aanleg en opwaardering van Vlaams-Brabantse fietspaden.
Zo gaat er € 30.867,60 naar Sint-Pieters-Leeuw voor de fietspaden op de Lenniksesteenweg en de Pelikaanberg.
Ik wil meer mensen vaker op de fiets: dat is beter voor mens, milieu en economie”, aldus de minister.

De Vlaming kiest nog altijd te veel en te makkelijk voor de auto. De helft van alle verplaatsingen bedraagt vijf kilometer of minder, maar zelfs voor die korte afstanden kiest de Vlaming in meer dan de helft van de gevallen voor de auto. Ook in het woon-werk-verkeer heerst Koning Auto: 70% van de pendelaars gaat met de wagen naar het werk.

Minister van Mobiliteit Ben Weyts wil de Vlamingen verleiden om hun auto vaker aan de kant te laten staan. Hij maakt daarom geld vrij om de bestaande fietsinfrastructuur vlotter en veiliger te maken, en het fietsaanbod verder uit te breiden. Ben Weyts: “Om van fietsen het positieve alternatief te maken, moet het ook mogelijk zijn om je vlot en veilig te verplaatsen op twee wielen”.

Weyts investeert in Vlaams-Brabant 312.601,22 euro via het Fietsfonds. Het geld gaat naar fietspaden in Holsbeek (€ 95.013,54), Kampenhout(€ 111.223,96), Leuven(€ 75.496,12) en Sint-Pieters-Leeuw (€ 30.867,60).
Minister Weyts hoopt dat meer en betere fietsinfrastructuur ook meer fietsers kan lokken, en niet alleen voor recreatief gebruik. “Fietsen is niet alleen een zondagsactiviteit. Ook bij het woon-werkverkeer wil ik het fietsgebruik naar omhoog. Elke fietsende pendelaar is een auto minder in de file. De fiets is dus beter voor mens, milieu en economie”.

Vlaams minister Ben Weyts geeft zijn visie op het Randbeleid

Ben-WeytsDE RAND: – In de Beleidsnota Vlaamse Rand 2014-2019, ingediend door Vlaams minister Ben Weyts licht de minister bevoegd voor de Vlaamse Rand zijn “Visie op het Randbeleid” toe.

Fragment uit de Beleidsnota: “Visie op het Randbeleid”.
De betrachting is eenvoudig: een leefbare, groene en Vlaamse rand, een warme thuis voor de oorspronkelijke bewoners en tegelijk een gastvrije omgeving waar nieuwkomers zich vlot kunnen integreren. Hierin zitten meteen de twee hoofddoelstellingen vervat die een gecoördineerd Vlaamse Randbeleid m.i. dient na streven om al de voormelde problematieken aan te kunnen pakken.

Een eerste hoofddoelstelling heeft de betrachting om de talloze nieuwkomers in de Vlaamse rand zo goed en zo snel mogelijk te integreren in hun nieuwe leefomgeving. Concreet behelst deze opdracht dus allerhande onthaal- en integratie-initiatieven maar evenzeer een taal-, onderwijs- en werkgelegenheidsbeleid dat ervoor zorgt dat nieuwkomers en hun gezinnen zich snel kunnen inpassen en volwaardig kunnen deelnemen aan het gemeenschapsleven.

De tweede hoofddoelstelling richt zich eerder op de huidige bewoners van de Vlaamse Rand. Wil ik nieuwkomers maximaal integreren in hun nieuwe gemeenschap, dan vereist dat ook dat de ontvangende gemeenschap sterk genoeg is, zowel in aantal als op het vlak van interne cohesie. Anders gesteld; als je mensen wil onderdompelen in een warm integratiebad, dan moet er genoeg water in het bad staan. Zoals blijkt uit voorgaande situatieschets wringt daar het schoentje. Door de migratiedruk, de hoge grond- en woonprijzen, de verstedelijkingsdruk enz. trekken heel wat oorspronkelijke bewoners weg uit de Rand om zich elders te gaan vestigen, waar het goedkoper wonen is, er minder vervreemdingsdruk is enz.. Deze tweede essentiële beleidsdoelstelling richt zich daarom onder meer op een sociaal grond- en woonbeleid dat jongeren en gezinnen betaalbare woningen en gronden tracht aan te bieden, het behoud van zoveel mogelijke groene ruimte, culturele initiatieven ter versterking van het gemeenschapsleven, afdoende welzijnsvoorzieningen in het Nederlands enz..

Voorliggende beleidsnota schetst acties in functie van deze twee hoofddoelstellingen. In de twee eerste delen worden de initiatieven belicht die rechtstreeks onder mijn bevoegdheid als minister van de Vlaamse Rand ressorteren. Een belangrijker luik bespreekt echter de maatregelen in de andere beleidsdomeinen, dikwijls veel relevanter voor de leefwereld van de inwoners van de Vlaamse Rand. Het gaat dan over onderwijs, werk- en arbeidsbemiddeling, versterking van welzijns- en gezondheidsvoorzieningen, sport- en jeugdaanbod, ruimtelijke ordening, woonbeleid, natuurbescherming en zoveel meer.

Het toont ten volle aan dat het Randbeleid een samenwerkingsbeleid is. Samenwerking binnen de Vlaamse regering – die eigenlijk bestaat uit 9 ministers van Vlaamse Rand – en de Vlaamse overheid. Maar evenzeer met de gemeentebesturen in de Vlaamse Rand en de gemeenten uit de ruimere Rand-regio, verenigd in het Toekomstforum Halle-VilvoordeOok de provincie Vlaams-Brabant, de gemeenschapscentra, VZW De Rand, bedrijven en het lokale verenigingsleven zijn onze natuurlijke partners.Het Vlaamse Randbeleid is een bekommernis van allen. Net daarom is het meer dan zinvol om, in het verlengde van de rapportering rond het flankerend beleid VSGB, jaarlijks in de schoot van de regering een Stand van de Rand te schetsen met een rapportering van de eigen beleidsinitiatieven zoals vervat in het regeerakkoord en de beleidsnota.

“Veel van de uitdagingen voor de Vlaamse Rand rond Brussel worden veroorzaakt door de aanwezigheid van de grootstad. Naast het inzetten op het onthaal van nieuwe bewoners én het bevorderen van de interne cohesie van de bestaande bevolking, zal ik ook alle bestaande kanalen en fora aangrijpen om op het vlak van gewestbevoegdheden te overleggen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik denk hierbij dan aan bilateraal overleg, hetoverleg tussen de minister-presidenten, overleg tussen functioneel bevoegde ministers in Vlaanderen en Brussel (milieu, ruimtelijke ontwikkeling, openbare werken, openbaar vervoer,..), …”

bron + lees de volledige beleidsnota via volgende link:
https://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2014-2015/g153-1_origineel.pdf

N-VA is verbijsterd over Franstalige correspondentie van vrederechter in Halle

SINT-PIETERS-LEEUW / HALLE: – Persbericht NV-A:
De N-VA is verbijsterd dat de vrederechter van het kanton Halle, tegen alle wetten in, officiële documenten in het Frans verspreidt in Sint-Pieters-Leeuw. Lokaal lijsttrekker Luc Deconinck en de parlementsleden Ben Weyts en Mark Demesmaeker trekken aan de alarmbel.

Leeuws N-VA-kopman Luc Deconinck raakte in het bezit van een correspondentie tussen de Halse vrederechter en een inwoner uit Sint-Pieters-Leeuw. Deze laatste werd door de vrederechter opgeroepen om te zetelen als voorzitter van een stembureau in Sint-Pieters-Leeuw. Betrokkene reageerde dat hij geen Nederlands sprak, enkel Frans. Twee weken later kreeg de Franstalige de officiële documenten opnieuw toegestuurd door de vrederechter … in het Frans.

Dit is vanzelfsprekend totaal onwettig“, legt Deconinck uit, “Zeker van iemand zo hooggeplaatst als een vrederechter verwacht je toch dat die de wetten naleeft?“. Deconinck vreest ook dat dit geen alleenstaand geval is. “Van deze correspondentie zijn we nu toevallig op de hoogte geraakt, maar wie weet hoeveel keer het vredegerecht de taalwet al niet overtreden heeft? En dan heb ik het niet alleen over de organisatie van de verkiezingen, maar ook over het dagelijkse werk van het vredegerecht.”

Ook volksvertegenwoordigers Ben Weyts en Mark Demesmaeker moeien zich met de zaak. Demesmaeker vraagt in het Vlaams Parlement minister van Binnenlandse Aangelegenheden Bourgeois om een reactie.

Ben Weyts uit buurgemeente Beersel is federaal volksvertegenwoordiger voor de N-VA. Hij interpelleert de minister van Justitie over de zaak. “De vrederechter overtreedt zowel de taalwet als het kiesdecreet. Hier staan ernstige straffen op. Minister Turtelboom is verantwoordelijk voor de rechtelijke macht, ook wanneer het gaat over de betrokkenheid bij de organisatie van verkiezingen. Ik wil van haar een duidelijke veroordeling van deze praktijken horen en weten welke sancties worden getroffen“. Treedt de gerechtelijke overheid niet kordaat op, dan bekijken Deconinck, Weyts en Demesmaeker welke juridische stappen ze zelf kunnen zetten.

De N-VA’ers zijn dus verbijsterd over het incident. “Iemand die de wetten moet doen naleven, legt de wetten naast zich neer. Volgens de vrederechter moet elke Franstalige in Vlaanderen gewoon zeggen dat hij documenten in het Frans wil en dan krijgt hij die. Met zo’n houding is heel onze streek binnen de kortste keren helemaal verfranst. Je moet toch geen N-VA’er zijn om te beseffen dat dit een totaal verkeerd signaal is. Wij zijn hier echt niet goed van. Is ook dit weer een gevolg van de extra privileges voor Franstaligen in ruil voor de splitsing van B-H-V? En verwacht men dan dat wij blij zijn met zo’n akkoord?“.