SINT-PIETERS-LEEUW: – Na de verkiezingen van 14 oktober 2012 beslisten N-VA en CD&V in Sint-Pieters-Leeuw samen een bestuursmeerderheid te vormen voor de periode 2013-2018.
Beide partijen werkten de voorbije twee maanden aan een bestuursakkoord voor Sint-Pieters-Leeuw. Men ging zelf 2 dagen op conclaaf om tot een “Leeuwe-plan 2020 – moedig en realistisch” te komen.
In primeur voor de regio wordt dit bestuursakkoord ook publiekelijk gemaakt.
Dit document legt de hoofdlijnen van het beleid vast dat beide partijen samen zullen voeren in de periode 2013-2018. Het akkoord vormt zo ook de basis van het beleidsplan voor de gemeente (periode 2014-2019) op te stellen in de loop van 2013, conform de regelgeving inzake de Beleids- en Beheerscyclus (BBC). Het beleidsplan zal ook te raadplegen zijn op de sites van beide partijen.
De volgende dagen zullen we u op deze site het bestuursakkoord voorstellen aan de hand van de bevoegdheden per schepen.
Algemene beleidsbenadering
1.a – Een open en burgernabij beleid
N-VA en CD&V kiezen voluit voor een open en modern beleid. Het wordt concreet ingevuld in constructieve dialoog met de gemeenteraad en de andere organen en belanghebbenden. Het bestuursakkoord wordt daarom ook openbaar gemaakt.
De inspraak wordt in een vroeg stadium georganiseerd zodat bij de uitstippeling van het beleid daadwerkelijk met het resultaat ervan rekening kan houden. Deze inspraak gebeurt via de geëigende organen (de gemeenteraad, de commissies van de gemeenteraad, de gemeentelijke adviesraden) maar ook door het rechtstreeks en vroegtijdig betrekken van de inwoners.
Naast een correcte toepassing van de wettelijk verplichte inspraakprocedures en van de regels inzake openbaarheid van bestuur, zullen ook de gemeentelijke info-kanalen ruim informeren over nieuwe ontwikkelingen.
Deze beleidsnota zal voor wat de betrokken beleidsdomeinen betreft ter advies voorgelegd worden aan de betrokken raden en/of commissies en openbaar gemaakt worden.
Ook de gemeentelijke administratie wordt actief bij de beleidsvoorbereiding betrokken. De inspiratienota opgesteld door de administratie is een waardevolle aanzet. Nauw overleg tussen de burgemeester, het college, het MAT (Management Team) en de verschillende afdelingshoofden zal er voor zorgen dat de beleidskeuzes breed gedragen worden binnen de gemeentelijke organisatie.
Het blijft de verantwoordelijkheid van de politiek om na een open en democratische inspraak en na zorgvuldige afweging van de individuele en maatschappelijke belangen die in het geding zijn, daadkrachtige beslissingen te nemen. Eens deze afweging gebeurd is zullen de beslissingen snel en efficiënt omgezet worden.
De klachtenbehandelingsprocedure wordt geactualiseerd en omgevormd tot een ombudsfunctie. Hierbij is noodzakelijk dat alle klachten (ook telefonische) worden geregistreerd, effectief opgevolgd en dat het gevolg dat aan een klacht werd of wordt gegeven wordt geëvalueerd door de verantwoordelijke informatieambtenaar, met terugkoppeling naar het college.
1.b – Een beleid gericht op de gemeentelijke kerntaken
De burger is terecht veeleisend ten opzichte van de overheid. Hogere overheden schuiven taken af naar de gemeenten (vaak zonder bijhorende middelen), burgers verwachten steeds meer dat de overheid alle problemen kan en moet oplossen. De gemeentelijke overheden worden vaak overbevraagd.
Het is daarom belangrijk dat het beleid zich toespitst op de kerntaken van de gemeentelijke overheid.
De kerntaken zullen in het raam van de BBC nader gedefinieerd worden, maar omvatten in elk geval :
– zorg voor het openbaar domein op het grondgebied van de gemeente : we blijven investeren in een efficiënt en goed onderhouden wegennet, openbare infrastructuur en gebouwenpatrimonium voor de gemeentelijke dienstverlening;
– veiligheid, netheid en openbare orde;
– mobiliteit en verkeersveiligheid op het grondgebied van de gemeente : we kiezen voor traag verkeer in de dorpskernen en landelijke wegen, vlot verkeer op de grote verkeersassen;
– ruimtelijke ordening (wonen, werken en open ruimte);
– gemeenschapsbevordering : alleen wanneer mensen met elkaar verbonden zijn kan er sprake zijn van een echte gemeenschap. Het in stand houden en bevorderen van de lokale gemeenschapsbanden tussen de bevolking beschouwen we als een kerntaak. Daartoe behoren het bevorderen van : het verenigingsleven, cultuur, sport en ontspanning, seniorenbeleid, jeugdbeleid, lokaal onderwijs, kinderopvang, buurtwerking, integratie en inburgering, taalverwerving enz…Privaat initiatief wordt op al deze domeinen zoveel mogelijk ondersteund, het bestuur neemt in principe slechts zelf initiatief wanneer private initiatieven uitblijven of wanneer er een dwingende noodzaak bestaat;
– het uitstralen en actief bevorderen van het Nederlandstalig karakter van de gemeente ;
– een sociaal beleid, dat in hoofdzaak gericht is op een efficiënte persoonsgerichte dienstverlening via het OCMW – op maat van de hulpbehoevende en gericht op zelfredzaamheid – en een gericht sociaal woonbeleid.
– efficiënte en toegankelijke gemeentelijke diensten;
1. c – Een beleid gericht op
– actief burgerschap in deze Vlaamse gemeente
– gesteund op vrijheid en verantwoordelijkheid
De gemeentelijke overheid kan en moet niet alle problemen oplossen. Elke burger draagt ook mee verantwoordelijkheid voor zijn omgeving en zijn leefgemeenschap.
De actieve inbreng van de burger (o.m. via het verenigings- en gemeenschapsleven in de ruime zin) zijn essentieel om de gemeenschap leefbaar te houden.
Onze gemeente heeft te maken met een grote toevloed van nieuwe inwoners van heel diverse origine.
Een open en verdraagzame samenleving veronderstelt dat elk individu vanuit zijn positie zich verantwoordelijk opstelt en bijdraagt tot die samenleving, in de eerste plaats door het aanleren van de Nederlandse taal : taal verbindt ons allemaal.
Het lidmaatschap van onze gemeenschap opent rechten, maar brengt ook plichten met zich mee.
Het bestuur wil binnen zijn bevoegdheid deze beide zijden van de medaille meer op elkaar afstemmen. Wie aanspraak maakt op rechten dient ook aan te tonen dat hij zijn plichten nakomt en zijn verantwoordelijkheid opneemt.
We rekenen het tot onze plicht om mensen in nood en sociaal zwakkeren bij te staan en te begeleiden, niet alleen om hun nood te lenigen, maar vooral ook om hen structureel uit hun problemen te helpen en, binnen hun mogelijkheden, actief deel te laten nemen aan de gemeenschap.