Sint-Pieters-Leeuw / Vorst: – Hebt u zich ooit al afgevraagd hoeveel procent van de euromuntstukken in uw portemonnee van Belgische makelij is en, vooral, hoeveel procent niet? Moeilijk om zomaar te becijferen, maar daarvoor hebben we gelukkig de gerenommeerde audio-ingenieur in ruste Herman A.O. Wilms (73) uit Vorst. Hij ging één jaar lang, bij 141.800 euromuntstukjes, na uit welk land ze kwamen. Met dank aan de toiletdames van de Makro van Sint-Pieters-Leeuw. Het  benieuwde Herman hoeveel procent van de muntjes in een gemiddelde geldbeurs in de regio Brussel-Halle-Vilvoorde van buitenlandse makelij zou zijn. Om de studie zo representatief mogelijk te maken, ging hij sinds het begin van het derde trimester van vorig jaar dagelijks naar de toiletdames van het restaurant van de Makro in Sint-Pieters-Leeuw en telde hij de muntstukken van elke natio­naliteit na. Die cijfers bundelde hij zorgvuldig en verwerkte hij in statistieken. En wat blijkt? Gemiddeld is iets meer dan zestig procent van de muntstukken Belgisch. De grootste exporteur is Frankrijk, met bijna dertien procent, gevolgd door Duitsland (acht procent) en Nederland (zeven procent). Ook Spanje en Italië zijn goed vertegenwoordigd met respectievelijk vier en tweeënhalf procent. “Opvallend is dat Frankrijk er als eerste uitkomt, ook al worden er in Duitsland meer muntstukken gedrukt,” zegt Wilms. “Dat zal wel te maken hebben met het feit dat Belgen liever naar Frankrijk op vakantie gaan. Dat Spanje en Italië, ondanks de afstand, op de vijfde en zesde plaats komen, zal daar ook niet vreemd aan zijn. Nederland is logischerwijs goed vertegenwoordigd omdat het een buurland is, en dat geldt ook voor de dwergstaat Luxemburg (1,7 procent). Het verre Finland is de laatste in het rijtje met slechts 0,12 procent.” Wilms maakte in de statistiek ook een verschil tussen de muntstukken. Zo zijn de Belgische munten van 1 en 2 cent gemiddeld beter vertegenwoordigd (81 procent) dan de stukken van vijf cent (68 procent). Hoe hoger de muntwaarde, hoe kleiner dus het Belgische percentage. Voor de tien cent en de halve euro’s is dat al minder dan de helft (46 procent), en voor de stukken van 1 en 2 euro samen is dat gemid­deld iets minder dan 37 procent.

De cijfers zijn het resultaat van twee jaar muntjes tellen, maar voor Herman Athos Odilo Wilms houdt het hier niet op. Nadat hij zijn cijfers toegelicht heeft, gaat hij weer met vrouwlief de baan op… naar de Makro van Sint-Pieters-Leeuw.

%d